Op de fiets door Pangadaran

9 oktober 2010 - Pangadaran, Indonesië

Pangadaran is niet echt groot. Er wonen relatief weinig mensen. Dus kun je makkelijk een rondrit maken op de fiets, wat ik ook ga doen. We gaan onder begeleiding van een gids. Onze eerste stop is bij de lokale pasarmalam ook wel de lokale markt genoemd. Nu pas zie je hoe divers de Indische keuken eigenlijk is. Alle kraampjes liggen tjokvol specerijen, groenten, allerlei soorten vruchten en veel vlees en viswaren. Vooral dat laatste was voor mij echt een uitdaging voor mijn reukvermogen. De verkopers hebben geen koelkast. De geur is met geen pen te beschrijven en dat is maar goed ook. Maar deze mensen kunnen er tegen dat vlees en vis op deze manier verkocht en gegeten worden. Taai volk hoor! Op de fiets rijden we naar het buitengebied. Bij een rijstveld zijn boeren druk bezig om het land te bewerken. Het gebied waar we staan is heel divers. Er word rijst verbouwd maar ook casave en pinda's. Onze gids trekt een plantje uit de grond en zie hier...... Aan de onderkant aan de uiteinden zie ik echte pinda's! Deze zijn rijp voor de oogst dus eetbaar ook. Dus knabbel ik rustig de pinda's naar binnen. Tijdens de rit naar de volgende bestemming waan je je echt Max Havelaar. We rijden door rijstvelden, kleine dorpjes, grote bossen met palmbomen. Af en toe steken we kanaaltjes over waar mensen aan het vissen zijn. Grote netten gooien ze het water in en na een tijdje worden de netten binnengehaald. De visserij is naast het toerisme een belangrijke inkomstenbron op Pangadaran. We zijn aangekomen in een dorpje. De fietsen worden weggezet want we gaan een tempehfabriek bekijken. Tempeh is een koek wat gemaakt word van sojabonen. Tempeh heeft een neutrale smaak, maar doordat het andere smaken goed opneemt, is het geschikt als ingrediënt voor verschillende gerechten. Het wordt veel gebruikt in de Indische keuken en kan goed dienen als voor vegetarische gerechten. In het fabriekje staan grote potten waar de tempeh in gekookt word.  Eerst worden de sojabonen geweekt om ze zacht te maken, dan wordt het licht gekookt en worden de vliezen verwijderd. Hierna worden de bonen vermengd met de schimmel die ervoor zorgt dat de bonen worden gefermenteerd en zorgt ervoor dat de bonen een stevig blok gaan vormen dat gemakkelijk te snijden en verwerken is. Dit hele proces duurt meer dan 36 uur! Grappig is dat dit fabriekje in de achtertuin van de eigenaar staat! Een eindje vederop staan we bij een hele familie die zich bezighoud met de verwerking van cocosnoten. We worden omringt door gigantische bergen lege schillen. Deze worden hergebruikt voor b.v het maken van touw of kommen om uit te eten. Het is 35 graden dus ik heb behoorlijk dorst gekregen van al die kokosnoten om mij heen. Maar de redding is nabij! In een cocosnoot zit een perfecte dorstlesser. Klappermelk! Dat is het sap van de noot en deze kan opgedronken worden. Ik neem een paar flinke slokken. Heerlijk! De fietstocht zit erop. Op de terugweg rijden we langs een schooltje waar we een praatje proberen te maken met de kinderen. Als ik een luid tot ziens roep breekt er een enorm gejuich los! Ik wist niet dat ik zo populair was hier! De rest van de dag lig ik op het strand bij te komen. Het strand is heel populair bij surfers. Dat is te zien ook want de golven zijn heel hoog en er staat een sterke onderstroom. Als de avond valt gaan we nog kijken bij de kraampjes. Daarna is het verzamelen voor het eten.

Einde van een zware maar mooie dag!

Foto’s